The Tubs uit Londen zoeken het in liedjes met een kop en een staart, in jangly indie-folkpopsongs waarbij nog ouderwets uit volle borst wordt gezongen.

Britpop, Jangly Pop, Indiepop
Op het tweede album van The Tubs, ‘Cotton Crown’ zet de band een donkerder en persoonlijker geluid neer al blijft hun verslavende jangle-pop intact. Het album combineert invloeden van soulful pub rock, Hüsker Dü-achtige agressie en melancholische folkrock. Geen toeval wellicht dat zanger Owen ‘O’ Williams zowel doet denken aan Richard Thompson als aan Bob Mould. Hij levert hier zijn meest eerlijke en soms zwart-komische teksten, waarin hij thema’s aansnijdt als liefdespsychoses, mentale problemen en het worstelen als muzikant in Londen.
Vooral het afsluitende nummer ‘Strange’ gaat over de ongemakkelijke sociale momenten na de zelfmoord van zijn moeder, folkzangeres Charlotte Greig. Het album balanceert deze donkere teksten met vrolijke, aanstekelijke pop hooks, vooral dankzij het gitaarwerk van George Nicholls dat varieert van virtuoze jangle tot folk-rock en moderne indie grooves.
Samen met de energieke ritmesectie van Taylor Stewart (drums) en Max Warren (bas) ontstaat er een krachtig, herkenbaar indie rock geluid. De band krijgt lovende kritieken en niemand minder dan Iggy Pop is fan.
Pitchfork: "Cotton Crown finds The Tubs expanding their sonic palette, blending everything from soulful pub rock to Husker Du aggression, creating a kaleidoscopic jangle-pop experience."
The Guardian: "Cotton Crown is a vivid snapshot of indie rock’s raw and personal side, packed with infectious hooks and sharp lyricism."
Kitty Empire (Observer): "Cotton Crown is a shot in the arm for indie rock, full of energy, honesty, and musical variety.”
- VVK€10
- ADD€13
- ZwerverpazGratis