"Wat een avond! Een soiree vol verrassingen die me nog lang zal heugen …" Zo besloot Ollie Nollet van Musiczine zijn live-verslag over deze muzikale hoogmis.

Live-verslag Musiczine

Het was al meteen raak met The Hanging Stars uit Londen die me totaal onverwacht compleet overrompelden. Hun vierde en laatste plaat, ‘Hollow heart’, werd opgenomen in de Clashnarrow Studio's van Edwyn Collins in het verre noordoosten van Schotland, naar verluidt de heilige graal van vintage analoge opnameapparatuur, en kreeg veel media-aandacht en lovende recensies. Zelf was ik veel minder overtuigd van die plaat en had bij het beluisteren ervan telkens te neiging om in te dommelen.

Maar het leek wel een andere groep die hier op het podium stond. Ze openden met "Ava", het hypnotiserende prijsnummer van ‘Hollow heart’, en de toon was meteen gezet. Dit was ‘cosmic country’ van de adembenemendste soort: een als honing vloeiende sound die net strak genoeg gehouden werd om het ontsporen te beletten. ‘Cosmic country’, de term werd in het leven geroepen door Gram Parsons, hoewel hij het destijds ‘cosmic american music’ noemde, is de laatste jaren aan een ware heropleving toe.

Wat The Hanging Stars hier lieten horen moet de (onbestaande) definitie ervan wel heel dicht benaderen. Vijf muzikanten die hun instrument perfect beheersten met pedal steel-speler Joe Harvey-Whyte en gitarist Patrick Ralla in de bepalendste rollen. Maar het uithangbord van de band was de erg charismatische en van een heerlijke, licht haperende stem voorziene zanger Richard Olson (akoestische/ elektrische gitaar) die zonder grootse gebaren het publiek aan zich wist te kluisteren. De songs waren, op één enkele uitzondering na, stuk voor stuk pareltjes en diegene die ik kende , klonken een stuk steviger en beter dan op plaat. Als uitsmijter gooiden ze er nog een cover van mijn favoriete Gun Club song, "Mother of earth", tegenaan. Dit fantastische nummer werd in 2001 ook door The Sadies opgenomen en werd door Richard Olson met veel respect opgedragen aan de betreurde Dallas Good.

The Sadies uit het Canadese Toronto mogen 24 jaar na hun eerste plaat stilaan als een monument beschouwd worden en dat niet in het minst door hun opvallende collaboraties. Zo maakten ze platen samen met John Doe (X), Jon Langford, Gord Downie (The Tragically Hip), Neil Young, Neko Case en notoire viespeuk Andre Williams.
Hun laatste plaat, ‘Colder streams’, waarop ook Jon Spencer een handje toesteekt is misschien wel de beste die ze ooit maakten maar noch voor de plaat uitkwam sloeg het noodlot toe. Kort nadat bij hem hartproblemen waren vastgesteld overleed op 17 februari dit jaar totaal onverwacht op 48-jarige leeftijd medeoprichter Dallas Good. Meer dan een kwarteeuw lang vormde hij met zijn broer Travis (beiden zang en gitaar) de spil van The Sadies. Deze tragedie leek dan ook het einde van de groep te bezegelen. Nadat eerder hun optreden op Sjock gecancelled werd, kondigde de band tot ieders verrassing dan toch een nieuwe tournee aan die hen dus ook naar Leffinge bracht. De leegte naast Travis Good moet enorm zijn maar The Sadies, met Mike Belitsky op drums en Sean Dean op bas, trokken zich aardig uit de slag. Meer nog, dit werd een schitterend concert.

Natuurlijk miste ik Dallas Good, zijn eeuwig stoïcijnse blik alleen al maakte hem onmisbaar.  Achteraan het podium was een vlag met een iconische foto van de twee broers opgehangen, een mooi gebaar. Er werd geopend met "Stop and start", tevens het eerste en meteen ook het beste nummer van hun laatste plaat, ‘Colder streams’, waarop ook The Sadies ‘cosmic country’ omarmen, zij het dan een wat stevigere soort. Met een verbetenheid die je meestal enkel ziet bij beginnende artiesten beet Travis Good zich telkens vast in zijn songs waarvan er vele uit die laatste plaat kwamen.

Maar ook het oudere werk kwam ruimschoots aan bod en daaruit bleek hoe veelzijdig The Sadies wel zijn. Psychedelica, garagerock, country and western en zelfs uitzinnige folk met een Travis Good op fiddle werden afgewisseld met enkele halsbrekende instrumentals die er ons aan herinnerden dat hij ook een begenadigd gitarist is.

Na een klein half uurtje volgde dan de verrassing van de avond. Plots nodigde Travis Kacy & Clayton uit om hen te vervoegen. Waarop het Canadese folk/roots duo, waar ik al jaren wild van ben, effectief het podium op wandelde om er de rest van de avond te blijven. Het concert kreeg meteen een andere wending want het gat dat Dallas Good achterliet werd nu gevuld. Kacy, af en toe op akoestische gitaar, zorgde voor een sensuele tweede stem terwijl Clayton met een verrassend stevig klinkende gitaar voor een vollere sound zorgde.

Eén keer mochten alle spots op Kacy gericht worden toen ze ons ontroerde met een angelieke vertolking van "Fist city", een song van de ons onlangs ontvallen Loretta Lynn. Later volgde nog een opmerkelijke cover met "Wasn't born to follow", een nummer van Carole King dat ze ook opnam met haar kortbestaande groep The City maar veel bekender is in de versie van The Byrds.

Verder bleef het parels regenen kriskras geplukt uit het omvangrijke archief van The Sadies. Na een erg lange set vond Travis Good toch nog de energie om een drietal bisnummers af te werken.

Tijdens het laatste, "Dark eyes", een Spaans aandoende instrumental, haalde hij nog eens alles uit zijn Gretsch-gitaar door voor elk couplet een versnelling hoger te schakelen. Een spectaculair slotakkoord van een memorabel optreden dat ongetwijfeld in de annalen van De Zwerver gegrift zal staan. De afwezigen hadden weer eens ongelijk maar het leidde er wel toe dat we dit in de intieme setting van het café mochten meemaken.